Tag archieven: kersenvlaai

Het mysterie van de kersenvlaai

We hebben de afgelopen tijd ons rantsoen pech en stress voor enkele maanden opgesoupeerd en daar hebben we, wie zal het ons kwalijk nemen, even meer dan genoeg van.

Het weer is eindelijk goed, de terrassen mogen weer gevuld én de weersvoorspelling geeft redelijk aangename temperaturen aan. In zo’n geval moet je niet te lang aarzelen en zo komt het dat we onszelf na een stevige autorit terugvinden in een lieftallig hotelletje in het Limburgse land. Nader aangeduid: in de tuin en in de zon. Heerlijk!

Het is meteen duidelijk dat we niet de eersten of de enigen zijn die alhier van de rust en het mooie weer wensen te genieten, maar dat is ook niet meer dan logisch. Er blijft nu slechts één ding over wat ons geluk vagelijk overschaduwt, maar we kunnen redelijkerwijs verwachten dat de ober ons op dit punt zal kunnen verlichten.

‘Twee koffie, alstublieft, en twee stukken van die onovertroffen Limburgse vlaai met slagroom.’

‘Wilt u kersen-, linzen-, appel- of abrikozenvlaai?’

Nou lijkt dat een redelijk uitgebreid aanbod, maar de absolutie favoriet ontbreekt toch nog in deze opsomming. Tegen beter weten in informeer ik nog: ‘Geen kruimelvlaai?’

Maar nee, geen kruimelvlaai, die is er dus niet. Op zo’n mooie dag dient er niet gezeurd te worden, dus we bestellen één stuk abrikozen- en één stuk kersenvlaai. Jawel, mét slagroom, je dacht toch niet dat ik die zou vergeten?
Enkele minuten later worden de gevraagde versnaperingen gebracht en ik moet zeggen: heerlijk.

Ons gastronomisch geluk wordt echter al snel wreed verstoord door een zwart-gele indringer, die vrij hinderlijk tussen ons en de vlaaien heen en weer begint te vliegen.

Gillend en om zich heen zwaaiend springt mijn vrouw overeind. ‘Hans, pak ‘m !’

Als galante ridder, je kent me, spring ook ik overeind. Misschien iets te enthousiast, want mijn voorbeeld wordt acuut gevolgd door mijn kopje koffie. In mijn, wellicht wat onhandige, poging de ramp iets minder groot te maken vliegt ook de tweede kop over tafel en een plens koffie weet juist de witte bloes van de toegesnelde ober te bereiken. Het vaasje bloemen kan het allemaal niet aanzien, en het duikt de tafel af, recht op de steentjes van het terras. We hebben nu een driedimensionale puzzel van een vaasje.

De ober, door de plotselinge koffiedouche verrast, maakt een onverhoedse en onwillekeurige beweging. Op zich geen probleem, als die dame aan het tafeltje naast ons niet toevallig haar lepel had opgeheven om een hap ijs naar de mond te brengen. Een flinke hap ijs, en het leek roomijs. Helemaal controleren kon ik het niet, want de hap ijs had door de schok waarmee de ober haar arm raakte, zijn toevlucht gezocht tot lagere regionen, en het past een heer niet om op een dergelijke plaats, op een openbaar terras nog wel, hier nader onderzoek naar te doen.

Het directe effect was echter wel hoor- en zichtbaar. Met een gil sprong ze overeind en deelde haar vermeende aanvaller een tik uit die er niet om loog. Haar vriendin, die tegenover haar zat, meende niet achter te kunnen blijven en zette fortissimo de tweede stem in.

Ondertussen verleg ik mijn reddingspoging naar de belangrijkste items op tafel: de bordjes met vlaai, die lichtelijk staan te soppen in de koffie, die ook tot hier is doorgedrongen.

Daar sta ik dan, ietwat bedremmeld, naar het slagveld te kijken.

Met de beide bordjes in de hand wacht ik tot de ober, die met zijn hand op zijn wang mij enige verzengende blikken toezendt, de grootste schade probeert op te lossen.

De kersenvlaai smaakt daarna niet meer als voorheen. En zeg nou zelf: dat is toch wel heel mysterieus…