De herinnering

Het is de laatste avond van Lambert, de laatste in het huis waar hij zo lang gewoond heeft. Dat roept herinneringen op…

Het was al laat op de avond. De schemerlampjes in de kamer verspreidden een gelig licht, de klok aan de muur tikte de laatste seconden van de dag weg.
Lambert, in de lichtkring van de staande lamp, keek de kamer nog eens rond. De ruimte was hem zo vertrouwd, elk meubeltje, elke foto op de kast, elk vaasje had zijn vaste plek. Vroeger, toen Lena nog leefde, toen werd er nog wel eens wat veranderd. Dan kwam hij thuis van zijn werk op de fabriek en stond Lena hem al opgewonden op te wachten. ‘Kijk eens, hoe mooi!’ Dan had ze de foto’s anders gerangschikt, wat stoelen omgeruild of ze had een bloemetje op tafel staan. Ja, Lena had daar gevoel voor gehad.
Lambert zuchtte diep. Hoe lang was dat allemaal niet geleden? Zesendertig jaar woonde hij hier nu alleen. En sindsdien was de kamer zo goed als ongewijzigd gebleven. Er waren wat foto’s bijgekomen van klein- en achterkleinkinderen. En een enkele keer was er wel eens een vaasje gebroken.
Met trillende hand bracht Lambert zijn glaasje naar zijn mond.
Zestig jaar, zo lang had hij hier gewoond. Vierentwintig jaar met Lena. En toen die verschrikkelijke dag dat alles anders werd en zijn wereld instortte. Nu woonde hij hier al zesendertig jaar alleen. Hoewel, alleen. Voor zijn gevoel was Lena altijd bij hem, ze was met hem en het huis verbonden. In de stille uren sprak hij tot haar en hij was zeker van de antwoorden die zij zou geven. Het gaf hem rust, een gevoel van geborgen zijn.
Hij nam nog een voorzichtig slokje van zijn borreltje. Een traan blonk in zijn ogen. Het was de laatste avond, zijn laatste nacht in deze kamer, in dit huis. Morgen zou de verhuiswagen komen, dat hadden zijn kinderen zo geregeld. ‘Je wordt te oud, pa’, hadden ze gezegd. En misschien was dat wel waar. Op deze avond drukte de last van zijn vijfentachtig jaar zwaar op hem.
En morgen: een nieuw huis. Of beter: een nieuwe kamer in zo’n modern huis. Nee, het was eigenlijk niets voor hem. Maar hij moest toegeven, het lukte hem allemaal niet meer. Hij was niet zo goed ter been meer en het huis werd te groot, te onhandig. Ach, was Lena er nog maar geweest. Dan zou het vast allemaal nog best gaan.
Maar Lambert was alleen. Hij keek nog eens om zich heen. Al zijn spulletjes, het was teveel om mee te nemen. Het paste allemaal niet in die nieuwe kamer. Maar hoe moet je kiezen? Er was zoveel, zoveel herinneringen, zoveel dat nog vol Lena was. Voor het oude dressoir was geen plaats. Alleen het kleine kastje naast de televisie, dat mocht mee. En de eettafel met wat stoelen. En de stoel waarop hij nu zat en nog wat kleinigheden.
Hij zuchtte nog eens. Op het tafeltje naast hem stond een foto van een nog jonge Lena. Voorzichtig nam Lambert de foto in zijn handen en streelde het figuurtje dat hem zo vrolijk aankeek. Dat was Lena ten voeten uit. Altijd vrolijk, eenvoudig gekleed, want Lena had geen dure fratsen nodig. Een eenvoudig bloesje, een rok tot net onder de knie. En daaronder die slippertjes, die Lena altijd in huis droeg. Met een zucht zette Lambert de foto weer terug en nam nu het doosje van het tafeltje af. Wat er ook gebeurde, dit doosje moest mee. Voorzichtig haalde hij het deksel eraf. Liefkozend streken zijn oude vingers over het laatste paar slippers van Lena.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *