Janus de pottenbakker

Met veel gepiep en gekraak draaide het deurtje van het schuurtje open en Janus Bergman trad binnen. Een kort momentje wachtte hij om zijn ogen te laten wennen aan het spaarzame licht. Het raampje liet niet veel licht door, het zat zo vol met spinnenwebben en stof dat zelfs de dikke boom voor het raam maar nauwelijks zichtbaar was. 

Een druk op de lichtknop en een kleine gloeilamp, relikwie van een voorbij verleden, zorgde ternauwernood voor voldoende licht boven de werkbank. Janus hing zijn pet aan de spijker naast de deur en wreef zich eens in zijn handen. Dat was het enige nadeel hier, een verwarming ontbrak.

Het schuurtje met de werkbank en alle spulletjes was zijn lust en zijn leven. Dat was zeker zo sinds Mien was weggegaan, al zoveel jaren geleden. Daarna was er geen vrouw meer in zijn leven geweest, niemand met wie hij in de ochtend een beschuitje of een sneetje brood kon eten. Dat was van de ene kant jammer, hij had ook zo zijn behoeftes. Van de andere kant bespaarde hem dat de nodige huiselijke vergaderingen over wie of wat in huis zou moeten doen. Goed, al die dingen moesten nu ook gebeuren en nu alleen door hemzelf, maar hij kon tenminste zelf bepalen wanneer of hoe vaak. Van overdreven hygiëne had hij nooit gehouden, van een beetje stof of wat vegen zou hij beslist niet doodgaan. En als dat wel zo was, jammer dan. Tegenwoordig sliep hij in een hangmat, dat bespaarde bovendien een hoop beddengoed.

Uit de luchtdichte voorraadbus viste hij een nieuw blok klei op, maakte het zo vochtig als nodig was en zette het op de draaischijf. Hij nam plaats op het krukje en trapte met zijn voeten de draaischijf aan. Het was elke keer weer magisch hoe hij onder zijn vingers vanuit een blok klei een vaas of beker kon zien ontstaan. Hij had inmiddels een hele verzameling vazen klaar staan. Als ze droog genoeg waren kraste hij met een graveerstift aan de onderzijde zijn initialen.  Dat hoorde erbij, de handtekening van de meester. Dan waren de werkstukken nog niet klaar, ze moesten altijd nog wat verder drogen voor ze in de oven mochten. Zette je de vazen te vroeg in de oven, dan liep je het risico dat ze uit elkaar zouden klappen. Janus had er gevoel voor, misbaksels kwamen bij hem maar zelden voor.

Pas toen het buiten helemaal donker was geworden knipte Janus het lichtje in het schuurtje uit. Het was weer een goede avond geweest en langzaam schuifelde hij terug naar het woonhuis.

2 gedachten over “Janus de pottenbakker”

Laat een antwoord achter aan Fany Van Hemelen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *